Girard en Goudzwaard over de toekomst van de mens

                                                                                                      Piet Keizer

                                                                                                      Gieten, 09 – 08 – 2021

Girard en Goudzwaard over de toekomst van de mens

Inleiding

De geschiedenis laat zien dat onze maatschappij onder invloed staat van positieve en van negatieve krachten. De positieve krachten werken in de richting van meer welvaart voor iedereen, waarbij de natuur zich positief ontwikkelt onder invloed van menselijk ingrijpen. Er zijn echter ook negatieve krachten. Mensen zijn angstig en beschermen zichzelf ten koste van anderen. Zijn ze succesvol, dan willen ze domineren, waardoor onderdrukking en geweld tot veel onrechtvaardigheid leidt. Een groot deel van de geschiedenis laat tal van cyclische bewegingen zien – meer geweld en onderdrukking wordt afgewisseld door meer voorspoed en vrede voor meer mensen.

In de tweede helft van de 20e eeuw zien we een kentering. In grote delen van de wereld zien we een toename van de welvaart, en onderwijs en gezondheidszorg hebben veel meer mensen bereikt. Er zijn statistieken, die een afname van oorlogsgeweld laten zien. Algemeen wordt aangenomen dat globalisering en digitalisering verantwoordelijk worden gehouden voor deze vooruitgang. De afgelopen twee decennia echter, lijkt er een kentering in het beeld. De aanval op de Twin Towers (2001), de kredietcrisis (2008) en de daarop volgende economische depressie (2008-2018) hebben grote economische, sociale en psychische gevolgen gehad. Toen de eurozone besloot de depressie te bestrijden met grootschalige bezuinigingen op de overheidsuitgaven – hetgeen voorspelbaar negatieve effecten had – was het hek van de dam. Sterke dalingen in inkomen en werkgelegenheid zetten de sociale verhoudingen in vele landen op scherp. Onzekerheid bevordert vreemdelingenhaat, en radicaliseert de politieke verhoudingen. Groeiende milieuproblemen worden door velen minder serieus genomen dan zou moeten. Eerst de korte-termijn eigenbelangen; later zien we wel verder, alsof de lange termijn niet ook nu begint. De illegale drugshandel verbreidt zich ook in Europa: veel jongeren hebben behoefte aan drugs, en vinden in de drugshandel een gemakkelijke manier om aan geld en status te komen. Het geweld in de steden neemt toe. In Nederland eist de tolerante opvoedingsstijl van de afgelopen zes decennia haar tol.

Er is nog een belangrijke trend, die genoemd moet worden. De industrialisering van de afgelopen eeuwen bleek een bron van welvaart, maar het heeft veel mensen tot slaaf gemaakt. In de huidige fase van digitalisering gaan we steeds meer gebruik maken van algoritmen. Maar ze kunnen niet alleen in machines, maar ook in mensen worden geplaatst. Ze gaan daardoor steeds meer reageren volgens de algoritmen die experts hebben bedacht. De geschiedenis leert dat machthebbers hiermee een uiterst doelmatig instrument in handen krijgen om de massa’s te besturen.

Een belangrijke reden waarom dit proces tot nu toe zonder al te veel weerstand plaats vindt, is de moderne visie op ‘de mens’: het is slechts materie die bewustzijn heeft. In de afgelopen eeuw zien we een forse verandering in de inhoud van de programma’s bij de menswetenschappen. De psychologie heeft de psyché voor een belangrijk deel uit het mensbeeld geschrapt. De sociologie richt zich louter op de sociale context waarbinnen mensen leven, en de economie vermeldt steeds minder vaak haar economische mensbeeld. Het houdt zich steeds meer bezig met empirisch onderzoek naar het functioneren van economieën. Econometrie domineert dit type van onderzoek. Zonder expliciet geformuleerd mensbeeld nemen we impliciet aan dat mensen als machines reageren – zeer voorspelbaar dus. Ze maximaliseren dat wat ze willen, daarbij rekening houdend met een aantal beperkingen. In de praktijk van economisch onderzoek blijkt dat maximale welvaart te zijn – ieder voor zich en een kleine overheid voor ons allen. Gelukkig is de dagelijkse praktijk iets milder: er zijn veel kleine initiatieven, die een andere kant op wijzen. Maar veranderingen in de essentie van economisch onderzoek vinden niet plaats, en worden erg veel studenten toch op het doodlopende spoor gezet.

De technologische vooruitgang gaat zo snel dat het moeilijk is het proces van de automatisering van het menselijk gedrag te beheersen. De voordelen zijn evident, en zojuist al beschreven. Het grote probleem is echter dat in wetenschap en politiek bijna niemand oog heeft voor de effecten ervan op de grote economische, sociale, psychische en politieke conflicten. Geavanceerde technieken in handen van mensen, die werken voor negatief-gemotiveerde machten zijn levensgevaarlijk. Ze kunnen belangrijke delen van de wereldsamenleving ontregelen.

Dainton (2014) geeft een uitvoerige beschrijving van de ontwikkelingen in de filosofie met betrekking tot het mensbeeld. Ik denk dat zijn visie als volgt kan worden weergegeven: onze realiteit is een open systeem. Het ontwikkelt zich onder invloed van voortdurende verandering. De moderne technologie zal een ongekende ontwikkeling door maken. Hij lijkt een evolutionair, die zich niet bezighoudt met de vraag hoe we trends kunnen veranderen. Enerzijds is onze kennis ongelooflijk aan het groeien, en kunnen we erg veel meer dan vroeger. Anderzijds zijn we niet in staat om er invloed op uit te oefenen. Voor mij is hij ultramodern: zelfs het menselijk bewustzijn kan worden gekopieerd en in een ander lichaam worden geplaatst. “Even the sky is not a limit”.

Harari (2018) maakt zich grote zorgen over deze ontwikkeling. Zijn boeken zijn stuk voor stuk bestsellers, maar zijn aanbevolen strategie om groot onheil te voorkomen is mager: iedereen moet aan de hindoe-meditatie Vipassana om zich zelf beter te leren kennen (zie www.pietkeizer.nl, Harari III is een geweldig boek, toch?.

In dit essay wil ik ingaan op een aantal belangrijke bijdragen, waar weinig tot geen aandacht voor is geweest, te weten Girard (1990) en Goudzwaard (2007). Zij leveren wel een inhoudelijke bijdrage met betrekking tot de vraag welk gedrag moet worden veranderd en in welke richting. Daarna geef ik mijn eigen analyse, gebruikmakend van de twee genoemde boeken.

Girard en de mimese

Girard beschouwt de rol van religie en het verdwijnen ervan als essentieel voor een goed begrip van de huidige situatie. Hominisatie vond plaats toen er dieren waren die zich bewust werden van hun situatie. Ze begonnen hun gevoelens naar elkaar op een zorgvuldiger manier te uiten. Onzekerheid leidde tot levensangst – dit was het begin van religieuze voorstellingen van de situatie. Binnen de kaders van hun religie begonnen ze duidelijker afspraken te maken hoe ze de voedselverzameling gingen organiseren, en zich konden beschermen tegen gevaren. Uit vele verhalen blijkt een enorme preoccupatie met het gevaar van massaal geweld. Het lijkt erop dat dit op concrete ervaringen berust. Er moesten wel goden zijn die te vriend moesten worden gehouden. Offers, zelfs kind offers, werden gepleegd om voorspoed en vrede te bewerkstelligen. Mensen die een wijze indruk maakten, mediteerden, in de hoop om contact met de goden te krijgen. Ze ontwikkelden rituelen, die rivaliteit tussen mensen uitbeeldden. Vooral mensen, die erg op elkaar leken bleken elkaar te zien als rivaal. Als A werd gezien als de hoogste in de groep in termen van prestige, dan moest en zou B hem uitdagen. Mensen gingen partij kiezen en het gevecht kon uitlopen op een zeer gewelddadige strijd. Als A een bepaald stuk kleding droeg, dan moest B dat kledingstuk ook hebben. Als A dan een ander kledingstuk had gemaakt, dan moest B dat andere kledingstuk hebben. Girard noemt dit proces mimese. Riten beeldden altijd een mimetische crisis uit. Leden van een groep die niet meededen met de strijd vielen negatief op. Soms bleek zelfs dat sommige leden contact hadden met leden van een rivaliserende groep. Zij werden dan als de zondebok aangewezen en verdreven. De aandacht van A en B voor elkaar was soms minder geworden als gevolg van de interne problemen. Een onuitgesproken wapenstilstand maakte het mogelijk om de interne problemen op te lossen. Nadat deze problemen waren opgelost, kon er weer energie worden besteed aan het probleem tussen de groepen.

Mythen spelen een belangrijke rol bij het onderhouden van de groepscohesie. Het zijn verhalen over wat er in het verleden is gebeurd. Goden spelen hierin een belangrijke rol. Opvallend is dat mythen nooit vertellen over de moorden die zijn gepleegd om de vrede te herstellen. Oppervlakkig gezien is het rustig, maar deze vrede is gebaseerd op grootschalige moord. Zondebokken, die uitgedreven werden, en schuldeloze slachtoffers vormen een bron van wraak. Maar de onrechtvaardigheden werden vaak verzwegen, en het liefst vergeten.  Dit ‘geheim’ bleek vaak de bron van het volgende conflict.

Girard heeft veel antropologische literatuur verwerkt. Ook filosofie en de klassieke literatuur behoren tot zijn onderzoeksveld. Hij was geen gelovige, en las de bijbel als een wetenschapper. Hij kwam tot de ontdekking dat de primitieve literatuur en de Griekse mythologie en filosofie een belangrijk principe gemeen hadden. Hij noemt dit de Griekse Logos. Heracleitos beschouwde de wereld in evolutionaire termen: alles beweegt, er is nooit evenwicht. Hij beschouwde de rivaliteit ( niet concurrentie) tussen mensen als de bron van beweging. Conflict leidt tot winnaars en verliezers. Hij bracht dit idee niet in verband met de technologische vooruitgang. De moderne conflictsociologie doet dat wel, en ziet dat winnaars blijkbaar het meest doelmatig zijn omgegaan met de innovaties in hun tijd. Dat deze technologische vooruitgang het niveau heeft bereikt, waarmee alles op aarde vele malen kan worden vernietigd, en dat zelfs de essentie van mens-zijn kan worden opgeofferd, beseften de Grieken niet. 

Het Oude Testament van de bijbel laat naar zijn idee zien dat de Joden langdurig worstelden met de kenmerken van de primitieve godsdiensten om hen heen. Ook zij zagen dat god gediend wilde worden met offers. Maar er staan van voorbeelden die het tegendeel aantonen. De evolutie die in het OT te lezen is, vindt zijn voltooiing in het Nieuwe Testament. Met name het boek van Johannes formuleert een andere Logos, namelijk die van de Liefde. Dit is een totaal ander paradigma, waarmee wetenschappers aan de slag kunnen. “Waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen. Daar woont hijzelf, daar wordt zijn heil verkregen”. De mimetische begeerte, die in primitieve en Griekse teksten wordt verhuld door middel van riten en mythen, moet met de liefde worden bestreden – niet met het uitdrijven van zondebokken en het doden van vele onschuldigen.

Als gevolg van de secularisatie in het Westen heeft de mimetische begeerte vrij spel gekregen. In tijden van economische groei worden andere begeerten bevredigd en is er minder energie over voor het mimetische gevecht. Maar de laatste decennia heeft de combinatie van globalisering en digitalisering de mimese weer aangewakkerd. Wie kranten leest, krijgt dagelijks een portie voorgeschoteld – zonder dat deze analyse expliciet wordt gehanteerd. Ook kunnen vele werknemers en ambtenaren hun dagelijkse ervaringen beter begrijpen als ze de analyse van Girard zouden kennen. Voorbeelden waarin het Liefde-paradigma wordt toegepast, zijn de Verzoeningsbijeenkomsten, die in Zuid-Afrika zijn gehouden, waarin vele witte leiders schuld hebben bekend, en hun excuses hebben aangeboden aan de nabestaanden van de vele slachtoffers. In Nederland is deze praktijk schaars. Soms gebeurt het dat ouders van een kind dat is vermoord, de moordenaar spreken en hem of haar laten zien, hoeveel leed hij hen heeft berokkend. Maar in de politiek van vandaag worden slappe excuses aan geboden, en voortdurend gesuggereerd dat ‘het systeem’ veranderd moet worden. “Het heeft geen zin om over schuld te praten. Iedereen heeft schuld”, zoals dat in de recente Toeslagenaffaire werd gezegd. Een enorme onwaarheid. Tal van mensen met verantwoordelijkheid hebben op belangrijke momenten weggekeken, en wensen daar niet aan herinnerd te worden. “Gegeven de beleidskaders konden ze niet anders”.

Goudzwaard houdt hoop op betere tijden 

Goudzwaard  biedt een alternatief voor het moderne paradigma. Renaissance en Verlichting hebben veel gebracht. Maar moderniteit werd veelal gezien als een tegenstander van religie en van de macht van de Kerk. Door conflict en strijd verdwijnt de nuance. De god van de officiële godsdienst verdween, en daar kwam niets voor in de plaats, waar het gaat om existentiële vragen. In de wetenschap is de laatste decennia de paradigma’s en de daarop gebaseerde analyses steeds meer naar de achtergrond verdwenen. “Allemaal subjectief”. De nadruk is komen te liggen op de empirische correlaties die uit de Big Data systemen kunnen worden afgeleid. Als we het subjectieve weg definiëren, blijven er alleen  betekenisloze fenomenen over. De gevonden correlaties worden omgezet in algoritmen. Zo kunnen apparaten de beslissingen van mensen steeds meer overnemen. Na eerst god te hebben afgeschaft, dreigt nu de mens zelf steeds meer te worden afgeschaft. Individuele verantwoordelijkheid wordt steeds meer als een onzekere en destabiliserende factor beschouwd.

Goudzwaard verdient een plek in de geschiedenisboeken, omdat hij al in de jaren zeventig van de vorige eeuw de alarmklok luidde. Hij werkte met het begrip ‘tunnelvisie’, om aan te geven dat de ééndimensionale kijk op de mens een groot gevaar vormt voor vrede, rechtvaardigheid en voorspoed in de wereld. In Goudzwaard (2007) biedt hij een bijbels paradigma, van waaruit menswetenschappers kunnen werken. Zijn paradigma bestaat uit de volgende axioma’s: onze realiteit is door God geschapen (1), gerechtigheid, vrede en liefde zijn absolute doelen (2), onder alle omstandigheden moeten we hoop houden op een verbetering van de situatie in de wereld. Een God die zijn schepping lief heeft, vraagt van ons om hetzelfde te doen. Wie zich open stelt voor andere levende wezens, zal geïnspireerd raken en zijn persoonlijke doelen afstemmen op de zojuist geformuleerde absolute doelen. Het tegenover gestelde van de liefde is de haat. We moeten ons afsluiten voor de krachten, die om gewelddadige wraak roepen. Conflicten zijn er om opgelost, niet om uitgevochten te worden. Als we worden aangevallen, zullen we de meest effectieve weg moeten kiezen om de aanvaller te laten weten, dat we ons verdedigen, zelfs als we ons leven daarbij moeten laten.

Commentaar op de verschillende posities in het debat

Dainton beschouwt een mens als materie met bewustzijn. In de meest recente literatuur over computers, robots, algoritmen en teleportatie wordt voorspeld dat we materie en bewustzijn kunnen kopiëren en heel snel kunnen transporteren naar de andere kant van de wereld, of zelfs naar de maan of naar mars. De ontvangende partij is vervolgens in staat om een kopie te maken van de informatie die digitaal is getransporteerd. Het kopie wijkt dan niet af van het origineel. Bij dergelijke beschrijvingen tracht hij realistisch te zijn, en met beide benen op de grond te blijven staan. Toch is hij niet erg kritisch: ‘we moeten niet overdrijven, maar er is heel veel mogelijk om de menselijke conditie drastisch te verbeteren’.  Over vrijheid en individuele verantwoordelijkheid gaat het boek niet. De waarde van zelfbeschikkingsrecht wordt niet uitvoerig besproken. Het lijkt me dat de ontwikkelingen in China nog het dichtst komen bij deze ‘science fiction’. De orde bewaren is de sleutel voor het succes van dit moderne project. De mens is de verstoorder, en moet een bestuurbare en voorspelbare machine worden. Alles wat veruit de meeste mensen het meeste waarderen in hun leven – liefde en vriendschap en een bepaalde mate van autonomie– lijkt te worden opgeofferd voor ….Voor wat? Voor een kleine elite die speelt – ten koste van velen.

Harari heeft in een tweetal boeken verleden en toekomst behandeld. In een derde boek (Harari, 2018) presenteert hij 21 lessen voor de 21ste eeuw. Zijn aanbevelingen impliceren dat we heel alert moeten zijn op de effecten, die de moderne technologie heeft op dat wat mensen tot mensen maakt. Het eindresultaat is op dit punt mager: zijn eigen oplossing is het dagelijks beoefenen van de Vipassana, dat is een hindoeïstische meditatievorm. Maar welk concreet gedrag dat oplevert, wordt niet duidelijk gemaakt.

In een vorige sectie hebben we de analyse van Girard weergegeven. Religie blijkt te zijn ontstaan uit levensangst, vooral de angst voor collectief geweld. In mythen en rituelen wordt deze angst voor geweld omgezet in een strijd tussen goden. Zij zijn jaloers op elkaar en rivaliseren. Een uitbraak van geweld tussen verschillende partijen mondt uit in overeenstemming tussen een paar partijen, welke andere partij de schuldige is. Hij wordt uitgedreven. Goden bewaren de vrede tussen mensen door priesters duidelijk te maken aan welke geboden en verboden mensen zich moeten houden. Door veel te offeren kunnen de mensen de goden mild stemmen.  Girard beschouwt vrede op basis van schuldigverklaring en uitdrijving van mensen als een tijdelijke oplossing. Het is gebaseerd op onrechtvaardigheid en geweld. Het is moeilijk om alle mensen van de foute groep uit te moorden. Er komt een tijd dat ze om wraak roepen. Hij besteedt geen aandacht aan de transitie van haat naar liefde. Hoe kunnen mensen leren zien dat zij onderworpen zijn aan de mimese, en hoe ze participeren in de projectie van schuld op een tamelijk willekeurig slachtoffer. Zouden ze dat inzien komt er nog een tweede barrière: hoe maken mensen tijd en energie vrij om daadwerkelijk een grote gedragsverandering in hun leven door te voeren. Het zal zeker veel tegenstand oproepen, en hoe houdt een persoon zichzelf geïnspireerd om door te gaan?

Mensen hebben er eeuwen over gedaan om kleine stappen van vooruitgang te zetten. Het Oude Testament laat zien dat de primitieve logica lang stand heeft gehouden. De Joden hadden langdurig het beeld van een wraakzuchtige god, en het kind offer door Abraham ging ternauwernood niet door – God toonde zich genadig. Hoe anders is het godsbeeld in de Nieuwe Testament. Europa is lange tijd gekerstend geweest. Het wordt door vele mensen in de wereld gezien als een aantrekkelijke deel van de wereld. Zeker het Noordwesten heeft tot nu toe een klimaat geschapen, waarin mensenrechten bloeien. Maar de toestroom kan er ook toe leiden dat dat migratie in toenemende mate gereguleerd moet worden. Als dit niet gepaard zal gaan met meer goede opvangcapaciteit in de regio, zal de mimetische crisis op wereldniveau toenemen.

Conclusies

Door moderne wetenschap ondersteunde maatschappelijke ontwikkelingen hebben veel voorspoed en vrede gebracht. Maar het lijkt erop dat de wereld aan rechtvaardigheid gaat inboeten. Bovendien nemen de milieuproblemen toe. Het moderne antwoord op de problemen is gelegen in voortgaande technologische innovatie. Deze moet gericht zijn op een afnemende hoeveelheid input, dat een toenemende output oplevert. De economische groei maakt het mogelijk dat iedereen profiteert van de vooruitgang. De grilligheid van het menselijk gedrag is altijd een grote bottleneck geweest. Maar met behulp van machines is de arbeidsproductiviteit van iedereen toegenomen. Gelukkig is de rol van religie afgenomen. Nu is de tijd aangebroken dat algoritme gestuurde computers het denkwerk van mensen overnemen. Het zal de mensheid betere toegepaste kennis en gezondheid opleveren, en een groeiende hoeveelheid vrije tijd. 

Girard noch Goudzwaard bieden een analyse van moderne motieven, welke getransformeerd moeten worden tot een drang naar vrede en gerechtigheid. In Keizer (2015) heb ik dat wel gedaan. Na een lange tocht langs vele belangrijke perspectieven in economie, psychologie en sociologie heb ik de conclusie getrokken dat zoveel mogelijk welvaart en status wordt nagestreefd, waarbij zelfrespect wordt ontleend aan het succes in termen van welvaart en status. Een transformatie is nodig in de richting van voorspoed en gerechtigheid voor iedereen, binnen een aantal natuurlijke restricties. Korte-termijn eigen belangen staan in de weg om naar een lange-termijn algemeen belang te streven. Ook de lange termijn begint NU. Maar de inspiratie ontbreekt om die stap te nemen. Ik kom tot de conclusie dat een mens niet in staat is om zichzelf te inspireren tot het goede. Gelukkig zijn er mensen die geïnspireerd zijn. Zij kunnen onze helden worden. Een tweede bron is regelmatige diepgaande zelfreflectie. In mijn boek maak ik een onderscheid tussen het actuele zelf en het ware zelf, zoals we die ervaren.  Introspectie laat ons de spanning tussen de twee zelven voelen. We willen het goede, zoals we die ervaren, maar we hebben er geen tijd voor. Bovendien heeft het vele praktische bezwaren. Maar mensen, die toch aan de lange mars door de instituties beginnen, rapporteren dat een leven dichter bij de ervaren ware zelf, veel voldoening geeft. Gelovig geformuleerd: God en mens zijn bondgenoten, zoals vaders en zonen ook heel goed maatjes van elkaar kunnen zijn. Niet-gelovigen kunnen ervaren dat een open geest functioneert als een bron van Leven.

Samengevat kunnen we drie primaire mechanismen onderscheiden, die betrekking hebben op het typisch economische, het typisch sociale en het typisch psychische mechanisme. Economische activiteiten worden gecoördineerd op markten. Vraag en aanbod bepalen de prijs, en de prijs bepaalt welke vragers hoeveel goederen krijgen. Als dit mechanisme ook in de dagelijkse praktijk wordt toegepast, loopt de samenleving het gevaar dat veel mensen belangrijke goederen niet kunnen betalen. In een democratische samenleving, waarin iedereen telt, kan de overheid maatregelen nemen die de verdeling rechtvaardiger maakt. Sociale activiteiten, vinden plaats in de arena. Ter illustratie het volgende voorbeeld: de secretaris van een benoemingscommissie zegt tegen de voorzitter dat er ook een vrouw bij de sollicitanten zit. De voorzitter kijkt even bedenkelijk. De secretaris weet genoeg, en de vrouw krijgt een brief dat in de vacature reeds is voorzien. Dat is echt discriminatie, en op de beschreven actie is een zuiver (ideaaltypisch) voorbeeld van een sociale activiteit. Door consequent te discrimineren worden groepen zuiver gehouden, en kan de status quo in de arena gehandhaafd worden. Door vaak overleg te plegen met mensen, die tot een andere groep behoren, wordt men zich meer bewust van de positieve kanten van andere groepen. Zwarte mensen in Nederland praten tegenwoordig meer over het slavernijverleden. Witte mensen houden er niet van om aan deze donkere bladzijden in de Nederlandse geschiedenisboek te worden herinnerd. Onze sociale vrede is gebaseerd op een gewelddadig verleden, en daar heeft nooit schuldbekentenis plaatsgevonden, zodat verzoening kon plaatsvinden. Ook hier geldt: beter te laat dan nooit. De Nederlandse geschiedenis kent wel voorbeelden, waarin overleg en goed luisteren naar elkaar, goede resultaten heeft geboekt. In 1903 vond er een spoorwegstaking plaats. De Nederlandse overheid was hierbij de werkgever. De bonden vroegen naar het oordeel van de werkgever teveel. De staking werd verloren door de bonden. Maar de boodschap van de bonden aan de werkgever was wel degelijk overgekomen. Het was het startsein voor niet-socialistische politieke partijen om een serieuze start te maken met de opbouw van een stelsel van sociale zekerheid. Een tweede voorbeeld is de volgende. Eind jaren zestig van de vorige eeuw was het conflict over kernenergie uit de hand gelopen. Geweld werd door beide partijen serieus overwogen. Toen heeft de overheid de commissie De Brauw ingesteld. Haar taak was een Brede Maatschappelijke Discussie te organiseren. Op vele plaatsen kwamen voor- en tegenstanders bij elkaar om de intellectuele degens te kruisen. De politiek heeft toen in 1970, op basis van het rapport De Brauw, besloten dat er geen nieuwe kerncentrales zouden worden gebouwd. De bestaande centrales konden doorgaan met hun productie. Deze sociale vrede bestaat nu al meer dan 50 jaar. 

Een derde mechanisme vindt plaats in de geest. Allerlei gedachten en gevoelens komen op en gaan weer weg. Maar in de ideaaltypische geest wordt ook veel kennis achtergehouden. We beseffen het soms even, maar meestal niet. Ongemakkelijke waarheden over het eigen functioneren bereiken het bewustzijn vaak niet. Dit is een typisch kenmerk van irrationaliteit. Regelmatige psychotherapie – voor iedereen! – kan veel goed doen. Vroeger konden de mensen biechten in de kerk. De straf in geval van schuld was natuurlijk niet serieus. De pastoor was dan ook niet opgeleid om een effectieve ‘taakstraf’ te bedenken.

Literatuur

Dainton, B. (2014), Self, London: Penguin Books.

Girard, R. (1990), Wat vanaf het begin der tijden verborgen was …, Kampen: Kok Agora.

Goudzwaard, B. et al. (2007), Hope in Troubled Times, Grand Rapids: Baker Academic

Keizer, P. (2015), Multidisciplinary Economics, A Methodological Account, Oxford: Oxford University Press.

This entry was posted in Uncategorized and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a comment