Tom-Jan Meeus over bankiersbonussen
In de krant van 27 juni schreef Tom-Jan Meeus, bekend van interessante commentaren in Buitenhof, een column over bankiersbonussen. Hij beschouwt kritiek hierop als populisme, gebaseerd op jaloezie. Ik heb zelden een column gelezen met zo weinig inhoud en zoveel wollig gemopper. In de jaren na het uitbreken van de crisis is in de Nederlandse media veel aandacht besteed aan het fenomeen bonus. Economen waren van mening dat een bonus zin heeft zolang individuele prestaties goed meetbaar zijn. Daar dit in geval van topmanagers in de financiële sector niet het geval is, moeten bonussen niet of zeer beperkt worden gegeven. Ik ben bang dat Tom-Jan Meeus deze conclusie als anti-kapitalistisch, nationalistisch en populistisch beschouwt.
De bonuspraktijk werd natuurlijk voortgezet. Dit kan sociologisch worden verklaard – bonus als statussymbool – , maar ook psychologisch – bij succes is het de persoon, bij falen is het de situatie , die bepalend is voor het resultaat.
Dat het volk jaloers is, en daarom moord en brand schreeuwt, is een onaanvaardbare stelling. De financiële wereld heeft buitengewoon slecht gefunctioneerd, en vormt nog steeds een groot probleem. Om dan Anglo-Saksische bankiers naar Nederland te lokken om hun risicovolle praktijken hier tegen hoge bonussen voort te zetten, is irrationeel. Als het volk een oordeel moet geven over zichtbaar goed presterende toppers, zoals Arjen Robben, dan merken we niets van afgunst; nee, de man wordt op handen gedragen, ondanks zijn gigantische salaris. Kritiek op hoge bonussen is populisme? Kom nou!
Piet Keizer
Professor of Economic Methodology
Utrecht University School of Economics
Utrecht, 28 juni, 2017