ALS DE GRIEKEN NOU EENS GELIJK HEBBEN?
De EU probeert een waardengemeenschap te zijn. Dat moet ook wel; het hebben van een gezamenlijke markteconomie kan er niet zonder. Democratie is daarbij het sleutelwoord. Het duidt onder meer op een omgangsvorm waarin ieder mens en iedere groep het recht heeft gehoord te worden. Dit impliceert dat ieder mens de plicht heeft serieus te proberen een ander mens te begrijpen; niet alleen mensen van de eigen groep. In het dossier Griekenland wordt door de machtige partijen, die het eens zijn met de Trojka, zwaar tegen deze regel gezondigd. Alleen de afgelopen week al leverde weer een aantal saillante voorbeelden op. Ik noem er twee: premier Rutte maande de Grieken niet met een ‘flutverhaal’ te komen (1); het Financieele Dagblad (FD) schreef in het hoofdredactionele commentaar dat ‘iedereen de buik vol had van de politieke pokeraars en bluffers in het huidige (Griekse) kabinet’. Rutte liet zich van zijn menselijke kant zien door humanitaire hulp te bieden, indien dat nodig mocht blijken. Het FD vond dat ‘we’ de Grieken grootmoedig tegemoet moeten treden indien ze positief stemmen ten gunste van de voordtellen van de Trojka. Kortom, we zijn weer terug in de tijd dat de Nederlandse minister van Financien (De Jager) de Grieken regelmatig de les las, en zijn morele vingertje naar ze opstak.
Maar wat indien de Grieken een realistischer analyse van de situatie hebben dan de Trojka? Dat hun stelling, dat bezuinigingen en liberale hervormingen averechts uitwerken in de huidige tijd van depressie– meer realiteitsgehalte heeft? In de economische wetenschap zijn verschillende respectabele stromingen te onderkennen, die forse kritiek hebben op de analyse die aan de Trojka-voorstellen ten grondslag liggen. Twee weken geleden (29 Juni) schreef Nobelprijswinnaar Stiglitz nog een zeer kritisch stuk in The Guardian, waarin hij de Grieken adviseerde in hun referendum negatief te reageren op het beleid van de Trojka.
In dit dossier zijn we in Europa weggezakt in een conflict van het primitieve ‘wij versus zij’’ type, geheel in strijd met de principes van democratie, waarin mensen elkaar met open vizier tegemoet treden.
Een korte beschrijving van de balk in de ogen van de Trojka ziet er als volgt uit.
- De Anglo-Saksische ideeën over een vrije markt, ook in de financiële wereld, hebeen de wereldeconomie in een depressie gestort;
- Dezelfde ideeën hebben de eurozone ertoe gebracht om te bezuinigen en liberale hervormingen in de economische structuur door te voeren in een periode van depressie
- Zuid-Europa werd gestraft door de opinieleiders van de mondiale financiële markten met hoge interestvoeten, waarvan onder andere Noord-Europa heeft geprofiteerd in de vorm van zeer lage interestvoeten; “now the South want its money back”.
- Vooral de Grieken hebben al veel leningen ‘afgelost’ via de betaling van hoge risicopremies;
- Geen enkele economie kan zijn schulden aflossen als in een periode van depressie de overheid gaat bezuinigen; lagere inkomens en hogere werkloosheid – ‘werklozen, los eerst je schulden af voordat je weer een baan met inkomen kunt krijgen’;
- Meer dan 80% van de hulp aan Griekenland gaat naar de Westerse banken, die moeten worden gered; die banken zijn niet door de Grieken in problemen geraakt!
Dit is niet een volledige opsomming. Maar hopelijk is het voldoende om te laten zien dat arrogantie en een moreel vingertje een forse stap terug is op de ladder der beschaving. Een betere reactie is: misschien hebben de Grieken wel een punt.
Piet Keizer
Associate Professor of Economic Methodology
Utrecht University School of Economics
10-07-2015